Close

Erkenning

Erkenning

Diep in de bergen worstelt de steenhouwer met de steen,
hij weet precies hoe de steen worden moet.
De vorm en de grootte,
hij kent het plan en het doel van de Architect.
Vol overgave gaat hij te werk,
vertelt de steen om de pijn van zijn bijlslag te verzachten.
Wat de Architect voor ogen staat,
Het gebouw van de toekomst, zonder haar is het niet mogelijk,
Om het LEVEN te vieren!!!

De steen worstelt met het loslaten.
De pijn die iedere slag te weeg brengt.
Die haar dwingt tot overgave aan haar lot.
Weggaan uit haar vertrouwde omgeving.
Waarheen en waartoe?
Zij behoort toch al tot het Leven!

Daar ligt de steen na een lange reis, vol ontberingen,
op haar bestemming, verlangend haar plaats in te nemen.
Vertrouwend op de toekomst,
die de steenhouwer haar geschetst had.
Zij ziet, hoe de andere stenen hun plaats vinden.
In het gebouw dat de Vreugde van het LEVEN viert.

Zij blijft over en wacht.
De tijd verstrijkt, zij ligt in de weg,
Belemmert de bouw, de vooruitgang.
Wordt uiteindelijk weggesleept,
zodat zij geen aanstoot meer geeft.
Op de vuilstort, uit het zicht!
Daar ligt zij tussen het afval,
niets is zij, waardeloos.
Vuil bedekt haar, stinkt.
Dieren vinden haar en graven hun hol.
De steen beschermt en beschut ze.
Gras begint te groeien, bloemen.
Wortels van een boom vinden steun.
Zij ontdekt er te zijn,
vindt daarin vrede.

Het gebouw groeit naar zijn voltooiing.
Het is schitterend,
maar er ontbreekt iets.
Een uiterst belangrijke schakel.
De bouwers kunnen niet verder.
Een steen, die hard nodig is,
een verbinding ontbreekt!
Waar is de steen gebleven?
Uit het zicht, verdwenen!

De bouwers gaan op zoek, tevergeefs.
Zij vragen in het rond.
Dan komt er een herinnering.
De steen die aanstoot gaf.
Zou die het kunnen zijn?
Ze twijfelen, gaan op zoek.
Vinden haar, ontdoen haar van de bedekking
die haar vreugde was.
Zien haar vormen. Weten dat het goed is.
Blij en verwonderd leggen de bouwers
de steen op de plek,
door de architect haar toegedacht.
Volmaakt! Erkend in haar waarde!
Draagt zij bij in het gebouw .
Die de Vreugde van het LEVEN viert.

Zoals de steen is ook de vrouw haar plaats ontzegt.
Door de tijd heen verguist, onteerd, veracht, gebruikt!
Zij kon en mocht niet zijn wat zij is.

Nu is de tijd dat de vrouw haar plaats inneemt,
Bouwt aan het monument van het LEVEN.
Van haar zwakte haar kracht maakt.
Een bewuste schakel tussen hemel en aarde,
Haar inzicht gebruikt om een schuilplaats te zijn,
Geeft kracht door haar begrip.
Harmonie en vrede straalt zij uit.
Haar liefde doet het gebouw van het LEVEN
van haar ingehouden tranen glanzen.
Zij is de bouwsteen, met niets te vergelijken!
Een levende verbinding, met al wat is,
waar het LEVEN gevierd wordt.
Onmisbaar! Haar waarde erkend!