Geschenken

In een droom zie ik drie gestalten,
gehuld in wijde mantels.
Zij komen voor mij.
Staan naast elkaar,
draaien zich om.
Doen hun handen op hun rug.
Erin liggen zakjes.
Ik word heel nieuwsgierig wakker.
Na maanden zie ik in een droom
de gestalten weer. Mannen.
In verte staan vijf vrouwen
in het rood gehuld.
De mannen draaien
weer hun rug naar mij toe.
Hun namen zijn Verleden,
Heden en Toekomst.
Zij laten zien wat zij brengen: zakjes.
De eerste opent het zakje
met daarin een gladde gouden ring.
De ring straalt en stijgt omhoog.
Hoe hoger hoe meer de ring gaat glinsteren,
een fonkelend juweel, dat fel licht uitstraalt,
dat mij troost.
De middelste doet zijn handen open.
Tot mijn verbazing draagt hij daarin twee zakjes.
Zij worden tot grote zakken, niet te tillen.
Als hij de zakken opent,
blijkt dat zij gevuld zijn met goud.
Goud is liefde. Ik word blij.
Nu is de derde man aan de beurt.
Bij het open van zijn zakje zie ik de zon.
Bij het stijgen laat zij haar warmte voelen,
verlicht mijn levenspad met gouden gloed.
Het duister slokt zij op
tot er niets anders is
dan haar glinsterend Gouden Licht.